Toen we op 30 juli j.l. met de communiteit van de Witte Paters uit Dongen naar Brussel waren geweest, hebben we met een toer-bus ook een glimp van het Atomium gezien, en er langs gereden.
Hier is het verhaal van de bouw die plaats had in 1958 bij gelegenheid van de Wereld-Tentoonstelling.
Symbool van het Moderne Brussel? Of is dat nog steeds het mannekenpis?

ATOMIUM … Anno 1958

Bij de 50ste verjaardag van de Wereldtentoonstelling in Brussel hebben we aan onze confrater
BAUDOUIN WATERKEYN
(Lubumbashi – Congo)
gevraagd welke herinneringen het Atomium bij hem oproept. Ziehier zijn antwoord. (Uittreksels)

Atomium Telkens als ik dit gigantisch monument bekijk, denk ik pontaan aan mijn broer André: hij was inderdaad de ontwerper van dit reusachtig bouwwerk.

De negen stalen ‘globes’ van het Atomium verwijzen voor mij naar de 9 kinderen van ons gezin: wij waren met 6 jongens en 3 meisjes. André was de oudste van de jongens en ik de jongste.

Terecht kan men zeggen dat het Atomium de poorten van de Expo 58 heeft geopend. Enkele weken na de inhuldiging gingen voor mij, jonge missionaris, de poorten van Congo open, het land waar ik gezonden werd.

In 1978 is mijn vader, die toen 90 jaar oud was, mij komen bezoeken in de missie. Heeft dat iets met het Atomium te maken, zul je zeggen. Jawel, luister maar. Op het einde van zijn verblijf op mijn missiepost, heeft mijn vader mij gezegd: ‘Baudouin, je weet hoe fier ik ben op je broer André die grote dingen heeft verwezenlijkt. Nu ik je heb bezig gezien tussen je mensen die van je houden en voor wie je je liefdevol inzet, ben ik even fier op jou’.

Die woorden van Pa blijven in mijn hart gegrift. Het is nu tijd voor enkele sprokkelingen uit de belevenissen van mijn familie.

Op zekere dag heeft mijn broer André zijn eerste maquette getoond van wat zijn Atomium zou worden. Hij had ze ineen geknutseld met breinaalden van zijn vrouw en met tennisballen. Een symbool! Je moet weten dat André geboren is in Wimbledon, de wijk van Londen waar de tennistempel staat.
Mijn ouders waren naar Groot-Brittannië gevlucht om aan het oorlogsgeweld van 14-18 te ontsnappen en hadden een veilig onderkomen gevonden bij Father John Waterkeyn, pastor van Wimbledon. Die John was mijn grootvader. Hij was na het overlijden van mijn grootmoeder, naar het groot seminarie gegaan en werd priester gewijd: hetgeen later de bedenking ontlokte : bij de Waterkeyn wordt men priester van grootvader tot kleinzoon.

André zou een knappe student worden. In herinnering zie ik hem nog pendelen van onze woonplaats naar de universiteit van Leuven. Dat was gedurende die andere wereldoorlog, die van 40-45. Hij verwierf er met brio het diploma van burgerlijk ingenieur. Hij werkte bij Fabrimetal en klom geleidelijk op tot de post van bedrijfsleider.

Het concern heeft aan mijn broer gevraagd een project te ontwikkelen dat symbool moest staan voor het einde van de 20ste eeuw. Dat project moet ik niet beschrijven, maar dat moeten jullie gaan bekijken, want aan het begin van de 21ste eeuw staat het Atomium daar nog in al zijn glans en glitter.

Nog één wetenswaardigheid mag ik jullie niet onthouden. Gedurende maanden hebben meer dan 600 man aan dit gigantisch monument gebouwd; vaak hingen ze, als alpinisten, aan touwen tegen die stalen bollen. Met uitzondering van een paar verzwikte enkels, is er niet één ongeval te betreuren geweest. Ik wil graag BAND danken voor hun uitnodiging om dit allemaal neer te pennen.

Herinneringen zijn hartverwarmers.

Text van Pater Baudouin Waterkeyn
(Witte Pater van Afrika).
Artikel uit "Band" (Juli 2008)

Webmaster-NL


Vorige pagina